Na de opslag tracht het blauwe team de shuttle op de grond te krijgen binnen de blauwe zone. Let op, op de lijn betekent binnen! Uiteraard geldt hetzelfde voor de tegenstanders.
Dubbelspel draait allemaal om snelheid. Er wordt op elk moment gevochten voor een mogelijkheid tot aanval. Hiervoor moet de shuttle zo snel mogelijk onderschept worden.
Voor enkelspel zijn de regels hetzelfde als dat voor dubbel, behalve dat het serveervak anders is. Ook moeten beide spelers nog steeds met beide voeten in hun serveervak staan.
Deze wedstrijd is net begonnen, het is dus 0-0. 0 is een even score, dus er wordt van rechts geserveerd.
Bij de opslag staan zowel de serveerder als ontvanger opgesteld in het serveerveld (blauw). Je geeft van rechts naar de linkerhelft (rechts voor de tegenstanders) op wanneer je een even score hebt. Als je team een oneven score heeft, dan serveer je van het linkerveld naar het rechterveld (voor de tegenstanders is dit hun links veld). Opgelet: op de lijn betekent binnen!
Wanneer het team dat opslaagt ook het punt wint, dan blijft dezelfde speler opslagen. Dit betekent dat deze speler nu serveert van en naar het andere serveervak. In alle andere gevallen blijven beide spelers aan hun kant staan.
Enkel de serveerder en ontvanger moeten met beide voeten in hun serveervak staan. Hun parners mogen gaan staan waar zij willen.
In de foto is het 1-1, dus het blauwe team heeft een oneven score. Zij serveren dus vanuit het linkse veld naar het blauwe vak.
Voor de wedstrijd beslist een toss wie als eerste een keuze mag maken. Gewoonlijk laat men de shuttle van het net vallen, waarna de richting van de shuttle de toss beslist. Degene die de toss wint mag kiezen van
De belangrijkste regels van elke opslag zijn:
